Personeelsfeest eindigt met val van rodeostier

rodeostier

De vrijmibo, een nieuwjaarsborrel, ski-uitje of kerstfeest: bedrijfsuitjes of personeelsfeesten zijn er in alle soorten en maten. Helaas lopen deze – zowel voor de werkgever als voor de werknemer – niet altijd goed af. Zo ook tijdens dit bedrijfsuitje waarbij de werkneemster tijdens het feest ongelukkig van een rodeostier is gevallen, met langdurig letsel tot gevolg. Soms kan de werkgever aansprakelijk worden gehouden voor de schade die een werknemer lijdt tijdens zo’n bedrijfsuitje. 

Wat speelde er? 

De werkneemster in kwestie werkt als onderwijsassistente op een school. Ter afsluiting van het schooljaar in 2017 wordt er een personeelsfeest met het thema Wild West georganiseerd. Passend bij dit thema zijn er in de kantine verschillende hooibalen opgesteld en ook een rodeostier mag niet ontbreken. De feestcommissie heeft de rodeostier met bijbehorend valkussen gehuurd en opgesteld volgens het installatievoorschrift van de (gecertificeerde) leverancier. Alle werknemers krijgen tijdens het feest de mogelijkheid om deel te nemen aan het rodeorijden. De werkneemster in kwestie doet ook mee aan het spel. Na ongeveer 40 seconden op de stier, glijdt zij ervan af en valt op een ongelukkige manier op het valkussen. Als gevolg van deze val heeft zij letsel opgelopen aan haar arm/schouder. Begin 2019 is zij uitgevallen op werk wegens medische klachten. Ondanks dat de werkneemster vrij snel weer aan het werk is gegaan, voert zij in 2021 nog steeds aangepaste werkzaamheden uit. Zij stelt haar werkgever aansprakelijk voor de geleden schade (Rechtbank Midden-Nederland, 3 februari 2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:639). 

Aansprakelijkheid hangt af van alle omstandigheden op het bedrijfsuitje

Als een werknemer schade heeft geleden tijdens (of kort na) zo’n bedrijfsuitje, kan de werknemer hier aansprakelijk voor zijn. Het moet dan gaan om schade die is geleden in het kader van de uitoefening van de werkzaamheden. Hierbij speelt bijvoorbeeld mee of het bedrijfsuitje plaatsvond op de werkplek of juist op een externe locatie en binnen of juist buiten werktijd. Daarnaast wordt meegewogen of het bedrijfsuitje werd gefaciliteerd (en betaald) door de werkgever en of er (veel) alcohol in het spel was. Tenslotte wegen rechters vaak mee of de werknemer een (morele) verplichting had om bij het evenement aanwezig te zijn en of er tijdens de dag bijvoorbeeld ook nog aan teambuilding wordt gedaan. Als het bedrijfsuitje plaats heeft gevonden buiten de werkzaamheden van de werknemer, dan is de werkgever in principe niet aansprakelijk. Tenzij de werknemer kan aantonen dat er sprake is van een bijzonder hoog risico. Hierbij kan gedacht worden aan activiteiten die dermate gevaarlijk zijn dat zij sowieso niet geschikt zijn voor een uitje met collega’s.  

Val van de rodeostier valt niet binnen de uitoefening van de werkzaamheden

De rechter gaat niet mee in de mening van de werkneemster dat de werkgever aansprakelijk zou moeten zijn. Volgens de rechter is er geen nauw verband tussen de activiteiten op het personeelsfeest (het rijden van de rodeostier) en het verrichten van de werkzaamheden. Het is niet vast komen te staan dat de werkneemster verplicht was om naar het personeelsfeest te komen. Er is op de werkneemster bovendien geen druk uitgeoefend om naar het feest te komen, ook zou het geen (professionele) consequenties hebben als de werkneemster dit feestje had overgeslagen. Zelfs op het moment dat de werkneemster (morele, sociale) druk had ervaren om naar het feest te komen, dan nog is zij vrijwillig op de rodeostier gegaan. 

Rijden rodeostier levert geen bijzonder hoog risico op 

De rechter is bovendien van mening dat het rijden op een rodeostier geen bijzonder hoog risico oplevert. Op beelden van de betreffende avond is te zien dat de rodeostier relatief rustig bewoog en dat er sprake was van een valkussen. Bovendien was de rodeostier opgezet in lijn met de veiligheidsvoorschriften van de leverancier. De rechter is van mening dat het rijden op een rodeostier geen activiteit is die dermate gevaarlijk is dat deze ongeschikt zou zijn voor een personeelsfeest. Zou dit wel het geval zijn, dan wordt het voor werkgevers bijna onmogelijk om een sport- en spelsituatie te organiseren. Kortom, de werkgever kan niet aansprakelijk gehouden worden voor de geleden schade. 

De rechtspraak is niet altijd eenduidig over werkgeversaansprakelijkheid tijdens bedrijfsuitjes

Zo was een werkgever aansprakelijk nadat een werknemer tijdens een dansles op rollerskates viel en hierbij haar linkerpols brak (Hoge Raad, 17 april 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH1996). De Hoge Raad oordeelde dat het gebruik maken van rollerskates een bijzonder risicovolle situatie oplevert die daarom toegerekend kan worden aan de werkgever. Een ander voorbeeld is die van en werkneemster die tijdens een ballonvaart met haar werk letsel opliep doordat het mandje tijdens de landing tegen een gebouw op botste (Rechtbank Amsterdam 7 april 2004, JAR 2004/108). De werkgever was aansprakelijk: het bedrijfsuitje was tot de laatste minuut geheim gebleven (als verrassing), waardoor de werknemers niet zelf een risicoschatting hadden kunnen maken. Van de werknemers werd verwacht dat zij zouden deelnemen aan de activiteit.

De werkgever was ook aansprakelijk voor een werkneemster die tijdens het jaarlijkse bedrijfsuitje op een speedboot letsel opliep (Rechtbank Utrecht, 23 augustus 2012, ECLI:NL:RBUTR:2012:BY1855). Wat hierbij meespeelde volgens de rechter was het feit dat de werknemers de verplichting hadden om deel te nemen aan de speedboottocht en dat het bedrijfsuitje werd omschreven als “teambuilding”. Daarnaast stelt de rechter dat speedbootvaren bijzonder risicovol is.

Een werkgever werd niet aansprakelijk gehouden voor een werknemer die tijdens een sportdag van een zeephelling afging en hierbij letsel opliep (Hof ‘s-Hertogenbsoch, 6 juli 2004, JAR 2004/187). Deelname aan de sportdag was vrijwillig (deze vond op een zaterdag plaats) en een sportdag valt onder een bedrijfsuitje dat volgens de maatschappelijke normen moet worden toegestaan. De rechter oordeelde hetzelfde in een situatie waarbij de werknemer letsel opliep tijdens de zogenaamde “Adventure Games”: een sport- en speldag georganiseerd door de werkgever (Rechtbank Amsterdam 4 augutus 1999, JAR 1999/172). Doordat de activiteiten plaatsvonden op een zaterdag en deelname niet verplicht was, kon niet worden gesteld dat dit viel binnen de uitvoering van de werkzaamheden van de werkneemster.